Bij dezelfde temperatuur varieert de perceptie van kou of warmte aanzienlijk, afhankelijk van de omgeving en het individu. Waarom zijn er zulke verschillen? En hoe kun je meer thermisch comfort creëren zonder de verwarming hoger te zetten?
Het is 20 °C op een lentemorgen en u wandelt in een T-shirt en geniet van de zachte omgeving… Het is 20 °C in uw woonkamer op een winteravond, maar ondanks een trui heeft u het ijskoud. Hoe is zo’n verschil mogelijk? En hoe kunt u zich thuis prettig voelen zonder de verwarming hoger te zetten? Uitleg.
Thermo-perceptie: onze subjectieve perceptie van kou
Onze perceptie van de omgevingstemperatuur, of thermo-perceptie, hangt samen met een combinatie van verschillende factoren en is afhankelijk van specifieke sensoren in onze huid. Deze receptoren reageren voornamelijk op twee elementen:
– De contacttemperatuur. Ons gevoel van thermisch comfort wordt beïnvloed door de temperatuur van de oppervlakken die we aanraken, zoals de vloer, de muren of het meubilair. Als deze elementen koud zijn, voelt ons lichaam een warmteverlies, zelfs als de omgevingstemperatuur 20 °C is.
– Temperatuurschommelingen. Een snelle daling van de temperatuur, zelfs een minimale, kan de koude-receptoren activeren en het gevoel geven dat het kouder is dan in werkelijkheid.
Elk individu reageert anders op deze prikkels, afhankelijk van zijn leeftijd, metabolisme of gezondheidstoestand.
Vochtigheid speelt een belangrijke rol bij de gevoelstemperatuur
Een ander belangrijk verschil in perceptie bij dezelfde temperatuur is de relatieve luchtvochtigheid. In de winter drogen verwarmingssystemen de lucht binnenshuis vaak uit. Te droge lucht bevordert echter de verdamping van vocht uit de huid, waardoor het gevoel van kou wordt versterkt. Omgekeerd kan een teveel aan vocht (zeldzaam in de winter, behalve in slecht geventileerde woningen) het gevoel van kou ook versterken door de thermische geleidbaarheid van de lucht te verhogen.
De ideale relatieve vochtigheid voor thermisch comfort in uw woning ligt tussen 40 % en 60 %.

Tocht, de onzichtbare vijand
Luchtcirculatie in een huis is essentieel om een gelijkmatige warmte te garanderen. Zonder luchtcirculatie stijgt de warmere lucht naar het plafond, terwijl de koudere lucht op de grond blijft hangen en een soms onaangenaam gevoel van koude veroorzaakt. Maar wanneer de tocht te sterk is of wanneer u zich erin bevindt, kan dit ook het verlies van lichaamswarmte versnellen via convectie (warmteoverdracht tussen twee vloeistoffen). Deze tocht kan afkomstig zijn van slecht geïsoleerde of licht geopende ramen, slecht sluitende deuren of te krachtige ventilatiesystemen.
Zo kan een luchtstroom van 20 °C het gevoel geven dat het 17 of 18 °C in de kamer is.
De stralingstemperatuur, niet te verwaarlozen
De stralingstemperatuur komt overeen met de warmte die wordt afgegeven door de oppervlakken om ons heen, zoals muren, vloeren en voorwerpen. Zeer warme of zeer koude oppervlakken zorgen voor een thermisch onevenwicht, dat wij als oncomfortabel ervaren. In het geval van koude oppervlakken (bijvoorbeeld een slecht geïsoleerde muur) compenseert ons lichaam dit door warmte af te geven, wat het gevoel van kou versterkt.
Bovendien kunnen een onverwarmde tegelvloer of ramen met enkel glas de stralingstemperatuur doen dalen, zelfs als de lucht 20 °C is.
Individuele en fysiologische factoren
Ons gevoel van kou varieert ook naargelang individuele factoren, wat verklaart waarom u het koud kunt hebben terwijl uw partner of kinderen zich prima voelen, of omgekeerd. De belangrijkste variaties worden waargenomen op het vlak van:
– Leeftijd: ouderen hebben vaak een verhoogd gevoel van kou, wat te maken heeft met een minder efficiënte bloedsomloop en een trager metabolisme.
– Gezondheidstoestand: circulatiestoornissen, bloedarmoede, vermoeidheid of bepaalde ziekten (zoals hypothyreoïdie) verhogen de gevoeligheid voor kou.
– Geslacht: verschillende studies over thermo-perceptie hebben aangetoond dat vrouwen gevoeliger lijken te zijn voor kou. Dit kan worden verklaard door fysiologische factoren (spiermassa, metabolisme) en hormonale schommelingen.

Hoe kunt u uw thermisch comfort verbeteren?
Controleer eerst de luchtvochtigheid (er zijn tal van sensoren op de markt en veel thermostaten zijn tegenwoordig hiermee uitgerust). Als de lucht te droog is, gebruik dan een luchtbevochtiger of plaats kommen met water in de buurt van uw radiatoren.
Isoleer vervolgens de bronnen van warmteverlies: hang thermische gordijnen op, leg tapijten op koude vloeren en controleer of ramen en deuren goed afsluiten. U kunt ook de stralingstemperatuur verbeteren door reflecterende panelen achter de radiatoren te plaatsen om de warmte naar de kamer te leiden, of door in uw inrichting de voorkeur te geven aan materialen die warmte vasthouden (zoals dik textiel of hout).
Dicht kieren onder deuren af met tochtstrippen of isolerende afdichtingen om tocht te verminderen.
Draag ten slotte, zelfs binnenshuis, meerdere lagen kleding van natuurlijke materialen (wol, katoen), die helpen om een goede lichaamstemperatuur te behouden door de huid te laten ademen.
Als u de mechanismen van thermo-perceptie begrijpt, kunt u niet alleen uw thermisch comfort beter beheren, maar ook uw energieverbruik optimaliseren. Controleer dus, voordat u de verwarming hoger zet, de vochtigheid, de isolatie en de tochtbronnen in uw woning. U zult verbaasd zijn hoeveel verschil een paar kleine veranderingen kunnen maken!







