Volgens de psychologie is praten belangrijk voor mensen. Sommige gesprekken laten een vreemd gevoel achter. Er wordt niet geschreeuwd en er zijn geen openlijke discussies, maar iets in de toon, de pauzes of de antwoorden zorgt voor ongemak. Waarschijnlijk heb je te maken met een passief-agressief persoon, een gedragstype dat vaker voorkomt dan het lijkt en dat volgens de psychologie al in de eerste vijf minuten van een interactie kan worden herkend.
Een passief-agressieve persoonlijkheid wordt gekenmerkt door het indirect uiten van boosheid of frustratie. In plaats van openlijk te zeggen wat hem dwarszit, gebruikt de persoon subtiele gebaren of dubbelzinnige opmerkingen om zijn ongenoegen te uiten. Dit soort gedrag kan in elke context voorkomen – van het werk tot persoonlijke relaties – en vindt meestal zijn oorsprong in de moeilijkheid om met negatieve emoties om te gaan of in de angst voor conflicten.
Tijdens de eerste minuten van een gesprek zijn er verschillende aanwijzingen die ons kunnen waarschuwen, zoals vage of dubbelzinnige antwoorden, omdat de persoon zich niet wil vastleggen op wat hij zegt en zinnen gebruikt als “ja, natuurlijk, zoals je wilt” met een toon die het tegenovergestelde suggereert; er kunnen subtiele tegenstrijdigheden zijn, wat betekent dat hij een idee accepteert, maar onmiddellijk toevoegt “hoewel ik niet weet of het veel zal helpen” of “nou ja, jij weet het wel”, dit is een manier om het gesprek te saboteren zonder confrontatie;

Een ander gebaar dat we niet over het hoofd mogen zien, is ironie en sarcasme vermomd als humor, aangezien achter een grap kritiek of een manier om ontevredenheid te tonen zonder dit openlijk toe te geven, schuil kan gaan. Bovendien houden ze een gesloten lichaamstaal aan, zoals gekruiste armen, of vermijden ze oogcontact.
Ten slotte kunnen ze opzettelijk vertraging oplopen of afgeleid zijn, waardoor ze zich weinig coöperatief tonen als een subtiele manier om weerstand te uiten. Psychologen waarschuwen dat dit gedrag niet altijd meteen te herkennen is, maar wanneer het zich voortdurend herhaalt, creëert het een gespannen emotionele sfeer die relaties ondermijnt.
Omgaan met iemand die passief-agressief is, vereist evenwicht: het probleem niet negeren, maar ook niet in een directe confrontatie terechtkomen.
De psychologie raadt aan om kalm te blijven, duidelijk te beschrijven wat we hebben opgemerkt (“ik merk een zekere ergernis in wat je zegt”) en open communicatie te bevorderen. Het doel is niet om het gesprek te “winnen”, maar om de cyclus van indirecte opmerkingen te doorbreken en een eerlijkere interactie te bevorderen.

Bovendien is het van cruciaal belang om je eigen emotionele grenzen te bewaken. Als de passief-agressieve houding voortdurend aanwezig is en ons ongemakkelijk maakt, is afstand nemen ook een vorm van zelfzorg. Het is ook belangrijk om te beseffen dat passief-agressief gedrag niet altijd voortkomt uit kwaadaardigheid, maar uit angst om moeilijke emoties te uiten.
Als we dat erkennen, kunnen we beter begrijpen dat achter ironie of ontwijkend gedrag onzekerheid of een behoefte aan acceptatie schuil kan gaan. Door deze patronen te leren herkennen, beschermen we niet alleen ons emotionele welzijn, maar kunnen we ook gezondere relaties opbouwen, gebaseerd op empathie en oprechte communicatie.







