Vergeetachtigheid is een normaal verschijnsel in de psychologie. Geheugenverlies komt zo vaak voor in ons dagelijks leven dat we voortdurend verschillende technieken gebruiken om belangrijke informatie niet te vergeten. We noteren belangrijke gebeurtenissen in onze agenda of programmeren ze in de kalender van onze telefoon.
Hoewel het verband tussen vergeten en geheugen duidelijk is, betekent iets vergeten niet altijd dat het uit je geheugen wordt gewist. Deskundigen beweren dat informatie ergens in ons langetermijngeheugen wordt opgeslagen, maar dat er andere factoren meespelen, waardoor we die informatie gemakkelijk vervangen door nieuwe informatie.
Er bestaan meerdere theorieën die onderzoeken hoe de factor tijd ons geheugen beïnvloedt. Maar het was de psycholoog Hermann Ebbinghaus die in zijn theorie, de zogenaamde vergeetcurve, het verband tussen vergeten en tijd onthulde.
Deze grafische weergave toonde aan dat het grootste deel van de informatie kort na het leren wordt vergeten. In tegenstelling tot wat we gewoonlijk denken, vertraagt de snelheid waarmee informatie wordt vergeten echter naarmate de dagen en weken verstrijken.
Psychologie verklaart vergeten
Hoewel het waar is dat er meerdere factoren zijn die kunnen bijdragen aan vergeten, zijn er 4 grote theorieën, erkend door geheugenonderzoeker Elisabeth Loftus, die ons helpen te begrijpen wat er met ons gebeurt als we iets vergeten. Waarom kunnen we ons niet herinneren waar we onze autosleutels hebben gelaten, maar wel de dag van ons eindexamen?
In ons geheugen bestaan voortdurend vergelijkbare herinneringen naast elkaar, waardoor we de ene snel door de andere vervangen. Waarschijnlijk vergeet je waar je je auto vandaag hebt geparkeerd omdat de herinnering aan waar je hem gisteren hebt geparkeerd, interfereert. Psychologen beweren: “Hoe meer twee of meer gebeurtenissen op elkaar lijken, hoe groter de kans dat er interferentie optreedt”.
Deze theorie erkent de sporen die herinneringen achterlaten in de hersenen. Fysieke en chemische veranderingen in de hersenen kunnen de toestand van onze herinneringen beïnvloeden. Als je een maand later de concepten bent vergeten die je voor het examen hebt geleerd, is de herinnering aan die informatie in je hersenen verzwakt, ongeacht of je in die maand meer lesstof hebt geleerd.
Het langetermijngeheugen is er wel, maar niet altijd toegankelijk. Daarom kunnen we ons soms geen specifieke details van iets herinneren, maar wel de gebeurtenis in het algemeen. We hebben de neiging om concepten te internaliseren die nuttig zijn voor de toekomst.
Andere onderzoekers hebben gesuggereerd dat de informatie soms wel degelijk in het geheugen aanwezig is, maar niet kan worden herinnerd tenzij er signalen zijn om het op te halen.
Het herinneren van de details van je eerste afspraakje met je partner zou bijvoorbeeld gemakkelijker kunnen zijn als je dezelfde parfum ruikt die hij of zij tijdens dat eerste afspraakje droeg. Soms ontbreken signalen of contexten die deze herinnering oproepen.
Hoewel deze redenen ons kunnen verklaren waarom we ons de meest alledaagse handelingen niet herinneren, kunnen we ons best doen om belangrijke data of gebeurtenissen in ons kortetermijngeheugen te bewaren door middel van herhaling en oefening.