Bankdirectrice die meer dan 7.000 euro per maand verdiende, wordt ontslagen: ze gebruikte haar werktijd voor persoonlijke verzorging

De werkneemster, die sinds 1999 bij CaixaBank werkte, had tussen november 2023 en februari 2024 meer dan dertien uur ongerechtvaardigde afwezigheid opgebouwd.

Het Hooggerechtshof van Baskenland (TSJPV) heeft het ontslag van een directrice van een kantoor van CaixaBank in Bizkaia bekrachtigd, nadat de instelling haar had ontslagen wegens herhaaldelijk ongeoorloofd verzuim, waarbij ze zelfs het kantoor vóór het vastgestelde tijdstip sloot om tijdens haar werkdag naar de kapper te gaan.

Om te voorkomen dat ze zou worden betrapt, manipuleerde de werkneemster soms de werkregisters en gaf ze aan dat ze haar werkdag had voltooid.

De werkneemster was sinds 1999 in dienst bij de bank en verdiende een salaris van 7.345 euro. Ze werd op 8 april 2024 ontslagen nadat was vastgesteld dat ze tussen november 2023 en februari 2024 meerdere keren afwezig was geweest. In het vonnis wordt vermeld dat er tot vijftien dagen met onregelmatigheden en meer dan dertien uur ongerechtvaardigde afwezigheid waren.

Op 3 januari 2024 sloot de directrice de bank twee uur eerder dan gepland om naar de kapper te gaan, waar ze volgens de ontslagbrief van 13.11 tot 15.09 uur verbleef. Door deze vertragingen bij de opening moesten veel klanten buiten de bank wachten. De rechtbank is van oordeel dat dit “een ernstige aantasting van de goede werking van de werkplek” vormt.

Ondanks deze feiten heeft de werkneemster beroep aangetekend tegen haar ontslag bij het TSJPV, dat werd afgewezen. In het vonnis wordt benadrukt dat het ontslag “in verhouding staat tot de ernst van de feiten”, aangezien er sprake was van “ernstige en herhaalde overtredingen van de punctualiteit” en een “schending van de contractuele goede trouw”.

De uitspraak werd gedaan op 22 juli 2025 en kan worden aangevochten bij het Hooggerechtshof.