De rechtbank legt uit dat het ontvangen van een volledig pensioen onverenigbaar is met een registratie bij de RETA, zelfs als er geen activiteiten worden uitgevoerd, en daarom oordeelt de rechter dat hij het geld van zijn pensioen moet terugbetalen.
Een gepensioneerde moet 10.027,66 euro van zijn pensioen terugbetalen aan het Nationaal Instituut voor Sociale Zekerheid nadat het Hooggerechtshof van Madrid heeft bevestigd dat het om onterechte uitkeringen ging, aangezien hij 100% van het pensioen ontving terwijl hij geregistreerd stond bij het RETA (Régimen Especial de Trabajadores Autónomos, speciaal stelsel voor zelfstandigen). In dit verband geeft de rechtbank de sociale zekerheid gelijk door te oordelen dat er sprake was van een onverenigbaarheid, zelfs als hij geen enkele activiteit had verricht, zoals bepaald in de Algemene Wet Sociale Zekerheid.
Volgens het vonnis ging Belarmino in 2014 met pensioen via het algemene stelsel, maar “meldde hij zich op 15 november 2021 aan bij het speciale stelsel voor zelfstandigen en deelde hij de sociale zekerheid mee dat hij een RETA-activiteit was begonnen”.
Gezien deze situatie realiseerde de sociale zekerheid zich dat de gepensioneerde 100% van zijn pensioen bleef ontvangen terwijl hij als zelfstandige geregistreerd stond, iets wat onverenigbaar is (behalve in de gevallen voorzien in de Algemene Wet Sociale Zekerheid). Daarom stuurde zij een brief waarin stond dat “het pensioen wordt opgeschort en dat de terugbetaling van de ten onrechte ontvangen bedragen ten bedrage van 9.465,15 euro” wordt geëist.
Maar blijkbaar heeft deze gepensioneerde deze kennisgeving nooit ontvangen, aangezien het adres dat in het dossier stond vermeld als “onbekend” te boek stond. In deze situatie heeft de sociale zekerheid dit gemeld in het BOE, zoals voorgeschreven door de regelgeving. Maanden later probeerde deze gepensioneerde zijn situatie te regulariseren en gaf hij aan dat hij gebruik wilde maken van de regeling voor actief pensioen, waardoor hij werk en pensioen voor 50% kon combineren.
De sociale zekerheid legde uit dat de maanden voorafgaand aan dat verzoek een onterechte uitkering waren, aangezien hij het volledige pensioen had ontvangen zonder een van de vormen aan te vragen die dat mogelijk maken. Daarom eiste zij terugbetaling van de bedragen, wat ertoe leidde dat de gepensioneerde een administratief beroep instelde “dat werd afgewezen”, met het argument dat hij nooit echt had gewerkt en dat de overheid zijn uitschrijving bij de RETA had moeten regelen.
Het pensioen is onverenigbaar met het blijven ingeschreven staan bij het RETA
Na behandeling door de sociale rechtbank kwam de zaak voor het Hooggerechtshof van Madrid, dat uiteindelijk de sociale zekerheid in het gelijk stelde. De kamer gaf de INSS gelijk, waardoor de gepensioneerde een onverenigbaarheid beging door als zelfstandige ingeschreven te blijven terwijl hij zijn volledige pensioen ontving, in strijd met het bepaalde in artikel 213 van de Algemene Wet Sociale Zekerheid, die de situaties van onverenigbaarheid tussen pensioen en werk regelt.
In het vonnis staat dat de rechtbank heeft uitgelegd dat “het INSS rechtmatig heeft gehandeld door het pensioen op te schorten en de ten onrechte ontvangen bedragen ten bedrage van 9.465,15 euro terug te vorderen”, aangezien de gepensioneerde gedurende die periode nog steeds bij het RETA was ingeschreven. Bovendien legt het vonnis uit dat het feit dat men niet daadwerkelijk heeft gewerkt, niet ontslaat van de verplichting om aan de sociale zekerheid te voldoen, omdat de administratieve situatie doorslaggevend is: “de kennisgeving werd gedaan door publicatie in het BOE, aangezien het adres onbekend was, en was geldig overeenkomstig artikel 44 van wet 39/2015”.
Het is niet voldoende om niet te werken: men moet zich effectief uitschrijven
In dit vonnis was de fout dat de gepensioneerde bij het RETA ingeschreven bleef zonder zich uit te schrijven, in de veronderstelling dat het voldoende was om geen activiteit uit te oefenen om het pensioen te behouden. Desondanks herinnert de kamer eraan dat het niet relevant is of men al dan niet heeft gewerkt, maar wel de situatie van inschrijving in het systeem. In de woorden van de uitspraak: “Er is geen sprake geweest van weerloosheid, aangezien de appellant de gelegenheid heeft gehad om toegang te krijgen tot het volledige administratieve dossier van het INSS en zijn argumenten naar voren te brengen”.
Het Hof is dan ook van oordeel dat de gepensioneerde ten onrechte zijn volledige pensioen heeft ontvangen gedurende de maanden dat hij als zelfstandige was geregistreerd, waardoor het besluit van de sociale zekerheid rechtmatig is. Het vonnis concludeert dat de gebreken in de kennisgeving de administratieve handeling niet ongeldig maken, aangezien “er geen materiële schade of weerloosheid is aangetoond en het optreden van het INSS in overeenstemming was met de geldende regelgeving”.